De voorzitter van het College van Toezicht, mevrouw mr. S.C. van Duijn, hierna te noemen: de voorzitter, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd en beslist over de door:
[Klaagster], klaagster, hierna te noemen: de moeder, wonende te [woonplaats],
ingediende klacht tegen:
[Jeugdprofessional], beklaagde, hierna te noemen: de jeugdprofessional, werkzaam als directeur, casemanager & ouderbemiddelaar bij [de instelling], hierna te noemen: de instelling.
1 Het verloop van de procedure
1.1 De voorzitter heeft kennisgenomen van:
– het digitale klaagschrift ontvangen op 9 oktober 2019;
De voorzitter heeft de stukken gelezen en heeft op grond van artikel 7.9 sub a van het Tuchtreglement, besloten om direct over te gaan tot de beoordeling van het klaagschrift.
2 De klachtonderdelen en de beoordeling
2.1 Klachtonderdeel 1
2.1.1. De moeder verwijt de jeugdprofessional dat hij haar heeft aangesproken met ‘je, jij en jouw’.
2.1.2 De voorzitter overweegt het volgende. Uit het enkele feit dat de jeugdprofessional de moeder heeft getutoyeerd, kan niet worden afgeleid dat de jeugdprofessional is getreden buiten de grenzen van een behoorlijke beroepsuitoefening. Op grond van artikel 7.9 sub a van het Tuchtreglement verklaart de voorzitter het klachtonderdeel kennelijk ongegrond.
2.2 Klachtonderdeel 2
2.2.1 De moeder verwijt de jeugdprofessional dat hij de afgifte van het volledige dossier heeft geweigerd.
2.2.2 De voorzitter overweegt dat uit de bijlagen is gebleken dat de instelling geen afgifte van het volledige dossier weigert maar een vergoeding rekent voor het verstrekken van kopieën van het dossier. Nu het klachtonderdeel betrekking heeft op het beleid van de instelling en niet ziet op het beroepsmatig handelen van de jeugdprofessional, verklaart de voorzitter het klachtonderdeel kennelijk ongegrond op grond van artikel 7.9 sub a van het Tuchtreglement.
2.3 Klachtonderdeel 3
2.3.1 De moeder verwijt de jeugdprofessional dat hij per kopie een buitengewoon hoog bedrag heeft gevraagd.
2.3.2 De voorzitter overweegt dat in een tuchtprocedure het beroepsmatig handelen van de jeugdprofessional wordt getoetst. Het College is niet bevoegd om klachten over het beleid van de instelling te toetsen. Het is daarom niet aan het College om een oordeel te geven over de hoogte van een bedrag dat een instelling vraagt voor een kopie uit het dossier.
Op grond van artikel 7.9 sub a van het Tuchtreglement verklaart de voorzitter het klachtonderdeel kennelijk ongegrond.
3 De beslissing
Dit alles overwegende komt de voorzitter tot de volgende beslissing:
- verklaart de klacht kennelijk ongegrond.
Aldus gedaan door de voorzitter en op 31 oktober 2019 aan partijen toegezonden.
Mevrouw mr. S.C. van Duijn
voorzitter